Heftige discussies worden er hier en daar gevoerd tussen ouders en scholen.

De hakken-over-de-sloot-coaching-kinderen zijn bezig met hun inhaalslagen of laten het zitten.

Scholen, huiswerkinstituten en coaches merken het al een paar weken: De laatste loodjes zijn weer bezig.
De kaarten zijn meestal al geschud en de laatste stuiptrekkingen gaan de komende weken plaatsvinden.
Bijna is bekend in welke groep of klas een kind na de zomer zal starten.
En dat gaat hier en daar gepaard met flink rumoer.

Groep 2 of groep 3?

De school carrière begint al vroeg en als het kind 5 of 6 jaar is moet de keus gemaakt worden voor doorstroming of niet.
Het lijkt tegenwoordig wel eens dat we verschrikkelijk veel haast hebben en kinderen zo snel mogelijk met de hoogste cijfers aan het volwassen leven willen laten beginnen.
Veel kinderen kennen al vroeg cijfers en letters omdat daar al heel jong aandacht aan wordt besteed door ouders en voorschoolse opvang.
Maar dat zegt nog niets over schoolrijpheid.
Waar gaat het over als een kind rijp is voor het echte schoolse leven en de overgang kan maken van kleuter naar schoolkind?
In willekeurige volgorde een aantal zaken op rij:

  • Kan het kind het tempo wel aan van steeds schakelen tussen nieuwe lessen?
  • Is de verwerkingssnelheid van het kind al voldoende?
  • Kan het al extra lesstof aan en snapt het kind het ook werkelijk?
  • Is het kind emotioneel stabiel genoeg en barst het niet bij ieder stresssignaal in huilen uit?
  • Begrijpt het kind het spel van de andere kinderen en kan het zich invoegen?
  • Is de woordenschat en de taalverwerking voldoende en snel genoeg?
  • Kan het kind verplichte taken aan of wil het liever spelen?
  • Speelt een kind met leeftijdsgenoten of nog met jongere kinderen?
  • Kan het kind zich voldoende lang concentreren op een taak?
  • Is een kind al leeftijdsadequaat zelfredzzam of heeft het nog veel hulp en steun nodig van de juf?

Peuteren en kleuteren is de basis voor leren

Bovenstaande punten gaan dus helemaal niet over leren, maar over ontwikkeling en in veel discussie is er een misverstand tussen een stabiele ontwikkeling en cognitief leren.
Gelukkig dringt wel steeds meer het besef door hoe onvoorstelbaar belangrijk de peuter en kleuterperioden is voor een stabiele ontwikkeling.
Immers het lijf moet eerst alle begrippen kennen.
Dat wordt geleerd door spelen bijvoorbeeld in de bouwhoek, wat eigenlijk wiskunde is en grenzen en sociaal gedrag worden geleerd in de poppenhoek.
Hogere wiskunde en rekenen leert het lijf begrijpen door koprollen, rollen, springen, klauteren, hard rennen en begrippen als links, rechts, boven, onder en voor en achter door spelletjes met het lijf en bewegen.
Waar er te weinig wordt geoefend met vaardigheden gaat er in de basis een hiaat ontstaan.

En waar in de basis hiaten ontstaan, lopen kinderen vast in groep 5 of 6.
Als coach heb ik inmiddels al bijna 20 jaar de ervaring dat veel leerproblemen samen hangen met hiaten en niet goed ontwikkelde vaardigheden en onderontwikkelde executieve functies.
En hoe jammer is het als kinderen verder op in de basisschool moeten blijven zitten omdat ze het niet trekken?
Hoe mooi was het dan geweest als ze nog een jaartje basis hadden mogen leren in plaats van jarenlang hijgend een hoge lat halen?

Na de basisschool, de eerste drie jaar

En na de basisschool begint voor sommige kinderen alle ellende opnieuw.
Waar veel kinderen zich soepel door de basisschool werken, is het in het 2e leerjaar vaak er op of eronder.
Lesstof wordt meer en er wordt steeds meer verwacht van planningsvaardigheden, flexibilteit, werkgeheugencapaciteit, taakinitiatie, volgehouden aandacht en doorzettingsvermogen.
Huiswerk vraagt veel en alles moet binnen een bepaalde tijd.
Vooral in het 2e leerjaar loopt dan de spanning op en is het echt een noodzaak dat het kind zijn leervaardigheden goed op orde heeft.
Aan het IQ en de inhoud van de lesstof ligt het nog steeds meestal niet.
Opnieuw is het ijkpunt: Hoe staat het ervoor met de ontwikkeling van het kind en welke vaardigheden kan het kind inzetten?

Het voortgezet onderwijs vanaf het derde leerjaar

Naast het 2e leerjaar komt de man met de zeis voor de pubers in 3 vmbo of 4 havo of 5 vwo.
In april/mei en niet te vergeten in de summerschools is er een grote toeloop bij de huiswerkinstituten en coaches met de vraag: Hoe ervoor te zorgen dat het kind doorstroomt naar het volgende leerjaar?
Deze categorie pubers heeft vaak te maken met een neerwaartse spiraal van lage cijfers en ziet het niet meer zitten.
Ambitie en motivatie zijn het aandachtspunt.
En ook nu weer: Er is vrijwel nooit iets mis met het IQ, leervermogen of de inhoud van de lesstof, maar des te meer met de aanpak, de ontwikkeling en de vaardigheden. En de motivatie die er nu bij komt.

Wat zijn de keuzes?

Ieder schooljaar is er aan het eind dus de het moment hoe het verder gaat met de school carrière .
Wat gaat het worden:

  • Overgaan
  • Afstromen
  • Blijven zitten

De laatste optie: Blijven zitten is tegenwoordig vrijwel geen optie meer.
En hoe jammer is het dat een kind niet meer een adempauze mag hebben om zijn ontwikkeling weer vlot te trekken en zijn vaardigheden aan te scherpen.
Met afstromen is er vaak ook de consequentie van een andere richting voor de toekomst met opleidingen.
Afstromen levert heel veel spanning op omdat het veel deuren sluit voor een verdere studie.
Overgaan levert veel stress op als een kind er slecht voor staat en het eigenlijk bijna niet aankan met hoeveelheid lesstof in combinatie met mogelijkheden, de vaardigheden en de ontwikkeling op dat moment.
Hoe jammer is het dan dat er geen jaartje over gedaan mag worden.

Het taboe?

In alle eerlijkheid vraag ik me wel eens af of we de school carrière  voor onze kinderen niet te belangrijk hebben gemaakt.
Het komt me soms voor of het leven van onze kinderen afhangt van hun cijfers en prestaties op school.
Doen we onze kinderen niet verschrikkelijk tekort als we maar een deel van hun ontwikkeling wat gevangen is in rapportcijfers, zo belangrijk maken?
Zien we dan niet de meest belangrijke zaken van onze kinderen over het hoofd zoals hun sociale vaardigheden, hun empathisch vermogen, hun geweten, hun ethisch besef, hun unieke talenten op alle andere gebieden zoals vaardigheden op creatief terrein, op handvaardig terrein of op onderhandelingsterrein?

Of laten we ons meeslepen door de ratrace en hangt stiekem onze eigenwaarde en ons zelfvertrouwen af van de diploma’s van onze kinderen?

En misschien moet de vraag niet zijn of onze kinderen overgaan, afstromen of blijven zitten, maar moet de vraag zijn: ‘Wat dient ons kind de komende periode het meest voor zijn alghele ontwikkeling en wat zijn de feiten op dit moment

En omdat ik geen antwoorden heb op de vragen die samenhangen met de keuzes voor overgaan, afstromen of blijven zitten, wens ik ieder veel wijsheid om de feiten en de emoties in het belang van het kind op een rij te krijgen zodat het kind zelf ons de weg kan wijzen wat het nodig heeft………..

Ennnnn…… laten we het plezier weer voor op stellen. Het leven gaat al zo snel en als de schooltijd achter de rug is, komt het echte leven waarin we al zoveel moeten.
Mogen onze kinderen nog wat flierefluiten en plezier maken alsjeblieft?…..


Wanneer je deze tekst, of gedeeltes daarvan, wilt gebruiken vraag dan even toestemming.
De link mag gedeeld worden op social media.

Meer artikelen:

Lees ook:  Het slagveld van havo-2 en vwo-2
Lees ook:  Zelfstandigheid: Hoe leer je dat?
Lees ook:  Iedereen heeft zijn eigen bloeitijd
Lees ook:  Wanneer houden we eens op dat iets leuk moet zijn?
Bekijk ook:  De executieve functies nader bekeken
Bekijk ook:  Motivatie en leerproblemen: Hoe coach je dat?
Bekijk ook:  Het kind wat moeilijk kan starten


Je las een blogartikel van Centrum Tea Adema…

…maar kijk gerust ook eens naar de andere informatie op onze website:

Op de hoogte blijven van nieuwe artikelen en video’s vol tips en inzichten?

Like dan onze Facebook-pagina of schrijf je in voor onze 2-wekelijkse nieuwsbrief. Allebei mag ook. ;-)