“Ju-uf, hij pest me. Ju-uf, ik begrijp deze som niet. Meester, het is niet eerlijk. Papa, ik heb echt mijn best gedaan. Mama, mijn gym kleren zijn echt kwijt”
Hoe kan het toch dat er tussen kinderen, ouders en scholen zo vaak misverstanden ontstaan?
Hoe kan het dat er in een klas vol kinderen met dezelfde leerkracht heel veel kinderen de les maar half, of zelfs helemaal niet oppakken?
Wat gebeurt er in ons hoofd waardoor we met dezelfde informatie, andere reacties vertonen?

De opbouw van onze computer

Een baby die wordt geboren heeft alleen nog ervaringen uit de baarmoeder. Gedurende het groter groeien legt het kind miljoenen hersenverbindingen aan. Alles wat we denken, voelen en doen wordt geregeld door onze hersenen. Net als een computer worden allerlei bestanden in de hersenen aangemaakt en al dan niet gereed gemaakt voor dagelijks gebruik of archief.
Alles, maar dan ook werkelijk alles wordt opgeslagen. Dit begint al heel jong met ervaringen van tevredenheid of tekort, van angst of durf en iedere ervaring of prikkel die via de zintuigen binnenkomt. Iedere belevenis krijgt een plek in de hersenen en wanneer het denken en de taal zich steeds meer vormt, worden gedachten en overtuigingen toegevoegd evenals dat wat belangrijk is.
Zo ontstaat voor ieder mens een eigen computer met persoonlijke bestanden die maken dat ieder mens zo verschillend kan omgaan met datgene wat we voor de werkelijkheid houden :-).
Ieder kind heeft daardoor zijn eigen interne computer die iedere minuut sterker wordt opgebouwd.

Gelukkig zijn vrijwel alle kinderen gemotiveerd om steeds opnieuw ervaringen op te doen en te oefenen met dat wat ze aan het leren zijn. Want zeg nu zelf: welke volwassene zou honderd keer weer overeind klauteren na door de beentjes te zijn gezakt? Of welke volwassene zou tot in het oneindige tafels opdreunen?
Kinderen hebben gelukkig die drive en daardoor worden processen geautomatiseerd. Het proces wat zo duidelijk zichtbaar is bij het leren lezen en rekenen.
Waar we minder vaak bij stilstaan is dat ook ervaringen worden geautomatiseerd. Een gebeurtenis wordt een herinnering en een volgende gebeurtenis die daar op lijkt wordt op dezelfde manier herinnerd en opgeslagen. Voor ieder kind kan er een andere trigger zijn voor dezelfde gebeurtenis. Zo kan bij het ene kind een ervaring worden opgeslagen als pesten en tekort gedaan worden, en is diezelfde ervaring voor een ander kind een wereld die  behulpzame plek is of waar alles mogelijk is.

Hoe werkt onze interne computer

Doordat zeer jonge kinderen al een computermodel opbouwen, maken zij ook een plaatje van hun ervaringswereld. Is deze betrouwbaar of niet? veilig of niet? uitdagend of niet? interessant, druk, pijnlijk, vrolijk, etc, etc.
Doordat wij mensen hoe dan ook heel erg gewoontedieren zijn, worden er allerlei vaste patronen ingesleten. Dit gaat over alles wat we meemaken, van ons voedsel, slaapritme, gedrag en reacties op andermans gedrag, hoe we andere mensen ervaren, maar vooral ook wat we ergens van vinden.
Kinderen hebben soms een leven lang dezelfde mening als hun ouders, alhoewel pubers nog wel eens daar tegenin willen gaan. In de de kern blijven we echter onze ouders en cultuur vaak heel trouw.
Dit alles betekent dat elke prikkel die we te horen, te zien en te beleven krijgen, binnen onze interne computer heel snel een eigen plek krijgt toegewezen. Binnen een seconde worden ervaringen op deze manier door onze herinneringen, meningen, ervaringen, ooit genomen besluiten en eerdere oordelen gefilterd, waardoor we onze reactie in de volgende seconde paraat hebben.
Het proces van filteren door onze computer in die luttele seconden voordat onze reactie op een gebeurtenis te zien, horen of te merken is, noem ik onze interne knikkerbaan. Zonder het ons bewust te zijn reageren we volautomatisch op iets wat we waarnemen. Als we er bewust over na zouden denken zou het nooit lukken om adequaat op iets te reageren.

Wat kan een kindercoach met een interne knikkerbaan

Als ik er als kindercoach van uit ga dat ieder kind zijn eigen speciale knikkerbaan heeft, hoef ik niets anders te doen dan te ontdekken hoe de knikkers lopen. Als ik het pad ken, kan ik een poging doen het kind uit te dagen de knikkerbaan te wijzigen in een meer werkbare of snellere knikkerbaan.
Ik hoef het kind alleen maar te vragen hoe het komt dat hij denkt dat hij geplaagd wordt of onzeker is. Heeft hij hier ervaring mee? Hoe kan het dat hij niet adequater reageert en is dat wel zo? Ik ga dus zelf als het ware het kind een beetje plagen en bewijzen zoeken van het tegendeel. Die bewijzen gaat het kind me zelf vertellen doordat ik op zoek ben naar de verschillen. Daarna ga ik hem ook nog eens zelf laten ervaren dat zijn knikkerbaan ook een andere weg kent, maar dat hij die nog onvoldoende heeft “ingesleten”. Met behulp van oplossingsgerichte technieken en vragen hebben we een hoop lol en is het effectief bovendien.

Zo wordt een sessie bij de kindercoach een plezierige zaak waar kinderen met rechte schouders vertrekken en oefenen met de aanleg van een nieuwe route binnen hun eigen knikkerbaan. Het kind hoeft niet langer te klagen. Mama die erbij was, heeft haar eigen knikkerbaan ook een beetje verlegd, doordat ze heeft gezien, gehoord en ervaren hoe ze haar eigen kind voortaan kan versterken.

Lees ook: De kindercoach als vertaalmachine
Lees ook: Het onzichtbare voordeel van het probleem
Lees ook: De taal in het land van de kindercoach
Lees ook: De make-over van een onderpresteerder
Lees ook: Het geheim van het boze kind


Je las een blogartikel van Centrum Tea Adema…

…maar kijk gerust ook eens naar de andere informatie op onze website:

Op de hoogte blijven van nieuwe artikelen en video’s vol tips en inzichten?

Like dan onze Facebook-pagina of schrijf je in voor onze 2-wekelijkse nieuwsbrief. Allebei mag ook. ;-)